Wiet kweken is niet leuk meer
Door: Camil Driessen
Gepubliceerd: vrijdag 6 november 2009 00:47
Update: vrijdag 6 november 2009 07:32
De plantjes leverden hem tonnen op, maar tegenwoordig heeft wietteler David het moeilijk.
Toen zijn wietplantage vorig jaar voor de derde keer werd leeggeroofd, was David (naam gefingeerd) er klaar mee. Tweeduizend whitewidowplanten weg, gestolen een paar dagen voordat hij zou gaan knippen. Het was de eerste keer dat hij kweekte in zijn nieuwe ‘hok’ – een eufemisme voor een loods, huis of industriepand.
Met de oogst had hij zijn investering van tienduizenden euro’s moeten terugverdienen: lampen, stekjes, de afzuiginstallatie, bemesting en de elektricien die voor de illegale stroom zorgde. Dubbel en dwars terugverdienen, want van een wietplant haal je per oogst zo’n 20 gram cannabis, 25 als je het goed doet. Gezien de huidige straatprijs van 3.800 euro per kilo hadden Davids planten ruim anderhalve ton opgeleverd. Dat is een miljoen per jaar, want per hok ‘draai’ je jaarlijks zes oogsten: de toppen van een wietplant zijn na acht weken volgroeid. Maar David moest zijn hok opdoeken, het was ‘heet’: de dieven kenden de plek.

Verdriet
‘Dat rippen en knippen zie je de laatste jaren steeds vaker.’ David gooit er een veelgebruikt cliché uit het wereldje tegenaan. ‘Wiet is verdriet.’ In nog geen tien jaar in het vak werd hij drie keer bestolen. ‘Het gebeurt vaker dan je denkt.’ Dat bevestigt ook het ministerie van Justitie. ‘We horen steeds vaker dat de wietsector de afgelopen jaren gewelddadiger is geworden’, zegt een woordvoerder.
Volgens David infiltreren de rippers al vanaf het moment dat je bij een growshop de benodigdheden koopt om te kweken. Soms staan ze er de hele dag te posten om te zien wie veel benodigdheden koopt. Soms krijgen ze tips van stekkenboeren: verkopers van de stekjes waaruit je wietplanten laat groeien. Soms zijn growshops zelf betrokken in het spel en plaatsen ze zendertjes in de apparatuur die ze verkopen. Rippers krijgen ook wel tips uit de omgeving van de kweker.
De betere rippers hebben dezelfde warmteapparatuur als de politie, plaatsen zendertjes onder auto’s om hun prooi te volgen en schuwen geweld niet. Als ze dan weten waar je hok is, komen ze ’s nachts kijken. Boren een gaatje om te zien hoe ver de planten zijn gegroeid. ‘En omdat ze je planten in de gaten houden, rippen ze altijd op het goede moment. Een paar dagen voordat je gaat snoeien.’
Jongelui, zegt David (zelf in de veertig) steevast. ‘Die jongelui deinzen nergens voor terug.’ Omdat geen wietkweker aangifte doet, kunnen de rippers en knippers ongestoord hun gang gaan. Heel soms, als een ripdeal uit de hand loopt, hoor je er iets over. Zoals toen in 2006 in een wietloods in Venray de lichamen van twee Marokkaanse jongens werden gevonden.
Tussenmeters en sensoren
En dan is er ook het hardere optreden van politie en justitie dat de wietteler bedreigt. ‘Als je tegenwoordig in je huurhuis kweekt en wordt betrapt, sta je op straat’, zucht David.
De inzet van politiehelikopters met warmtesensoren, energiebedrijven die tussenmeters installeren en precies zien wanneer welk huis in de buurt veel stroom gebruikt en ontwikkelingen als Meld Misdaad Anoniem. Interessante kweeklocaties zijn daarom alleen nog boerenschuren, vrijstaande woningen of bouwplaatsen. ‘Daar wordt altijd veel stroom verbruikt, dus dat valt niet op.’
Voor David is het onomstreden: de strengere politieaanpak in Nederland (met onder meer de Taskforce aanpak georganiseerde hennepteelt) werkt. Niet voor niets steeg de wietprijs in een paar jaar tijd van 2.500 euro per kilo naar bijna 4.000.
Geen exportland meer
Door die harde aanpak verliest Nederland zijn dominante positie als wietexporteur. Cannabis verbouwen in Nederland wordt moeilijker, dus verplaatst de teelt zich naar het buitenland. ‘De straffen zijn er misschien hoger, maar de pakkans is veel, veel kleiner’, zegt David. België, Duitsland, Polen en Engeland zijn favoriete locaties om te kweken. Er zijn geregeld Nederlanders bij betrokken. ‘Nederland is de leerschool voor Europa. Wij zijn goede telers.’
Zo verkocht David zijn oogst vroeger vaak aan een tussenpersoon die naar het Verenigd Koninkrijk exporteerde. Maar tegenwoordig wordt volgens Interpol 80 procent op Engelse bodem gekweekt. Hetzelfde gebeurt in andere landen. ‘Wij krijgen signalen dat de teelt zich verplaatst naar bijvoorbeeld Noord-Frankrijk en België’, bevestigt justitie. ‘Door die harde aanpak richten criminelen zich op elkaar’, zegt David.
Blut
Voor het eerst in jaren heeft David geen plantages meer staan. Hij is blut, omdat zijn laatste plantage werd geript. De meer dan een miljoen euro die hij in een paar jaar tijd verdiende, heeft hij er doorheen gejast. Dure auto’s en gehuurde villa’s, bezoek aan sekshuizen, David nam het er nogal van. ‘Ik werd wakker met de vraag naar welke massagesalon ik nu weer zou gaan.’ Schuldig over zijn criminele activiteiten voelt hij zich niet. ‘Wat ik heb gedaan is voor niemand schadelijk geweest. Bij de coffeeshop hier om de hoek verkopen ze kilo’s per dag. En dan mag ik het niet telen? Daarom zie ik mezelf niet als crimineel.’
Door: Camil Driessen
Gepubliceerd: vrijdag 6 november 2009 00:47
Update: vrijdag 6 november 2009 07:32
De plantjes leverden hem tonnen op, maar tegenwoordig heeft wietteler David het moeilijk.
Toen zijn wietplantage vorig jaar voor de derde keer werd leeggeroofd, was David (naam gefingeerd) er klaar mee. Tweeduizend whitewidowplanten weg, gestolen een paar dagen voordat hij zou gaan knippen. Het was de eerste keer dat hij kweekte in zijn nieuwe ‘hok’ – een eufemisme voor een loods, huis of industriepand.
Met de oogst had hij zijn investering van tienduizenden euro’s moeten terugverdienen: lampen, stekjes, de afzuiginstallatie, bemesting en de elektricien die voor de illegale stroom zorgde. Dubbel en dwars terugverdienen, want van een wietplant haal je per oogst zo’n 20 gram cannabis, 25 als je het goed doet. Gezien de huidige straatprijs van 3.800 euro per kilo hadden Davids planten ruim anderhalve ton opgeleverd. Dat is een miljoen per jaar, want per hok ‘draai’ je jaarlijks zes oogsten: de toppen van een wietplant zijn na acht weken volgroeid. Maar David moest zijn hok opdoeken, het was ‘heet’: de dieven kenden de plek.

Verdriet
‘Dat rippen en knippen zie je de laatste jaren steeds vaker.’ David gooit er een veelgebruikt cliché uit het wereldje tegenaan. ‘Wiet is verdriet.’ In nog geen tien jaar in het vak werd hij drie keer bestolen. ‘Het gebeurt vaker dan je denkt.’ Dat bevestigt ook het ministerie van Justitie. ‘We horen steeds vaker dat de wietsector de afgelopen jaren gewelddadiger is geworden’, zegt een woordvoerder.
Volgens David infiltreren de rippers al vanaf het moment dat je bij een growshop de benodigdheden koopt om te kweken. Soms staan ze er de hele dag te posten om te zien wie veel benodigdheden koopt. Soms krijgen ze tips van stekkenboeren: verkopers van de stekjes waaruit je wietplanten laat groeien. Soms zijn growshops zelf betrokken in het spel en plaatsen ze zendertjes in de apparatuur die ze verkopen. Rippers krijgen ook wel tips uit de omgeving van de kweker.
De betere rippers hebben dezelfde warmteapparatuur als de politie, plaatsen zendertjes onder auto’s om hun prooi te volgen en schuwen geweld niet. Als ze dan weten waar je hok is, komen ze ’s nachts kijken. Boren een gaatje om te zien hoe ver de planten zijn gegroeid. ‘En omdat ze je planten in de gaten houden, rippen ze altijd op het goede moment. Een paar dagen voordat je gaat snoeien.’
Jongelui, zegt David (zelf in de veertig) steevast. ‘Die jongelui deinzen nergens voor terug.’ Omdat geen wietkweker aangifte doet, kunnen de rippers en knippers ongestoord hun gang gaan. Heel soms, als een ripdeal uit de hand loopt, hoor je er iets over. Zoals toen in 2006 in een wietloods in Venray de lichamen van twee Marokkaanse jongens werden gevonden.
Tussenmeters en sensoren
En dan is er ook het hardere optreden van politie en justitie dat de wietteler bedreigt. ‘Als je tegenwoordig in je huurhuis kweekt en wordt betrapt, sta je op straat’, zucht David.
De inzet van politiehelikopters met warmtesensoren, energiebedrijven die tussenmeters installeren en precies zien wanneer welk huis in de buurt veel stroom gebruikt en ontwikkelingen als Meld Misdaad Anoniem. Interessante kweeklocaties zijn daarom alleen nog boerenschuren, vrijstaande woningen of bouwplaatsen. ‘Daar wordt altijd veel stroom verbruikt, dus dat valt niet op.’
Voor David is het onomstreden: de strengere politieaanpak in Nederland (met onder meer de Taskforce aanpak georganiseerde hennepteelt) werkt. Niet voor niets steeg de wietprijs in een paar jaar tijd van 2.500 euro per kilo naar bijna 4.000.
Geen exportland meer
Door die harde aanpak verliest Nederland zijn dominante positie als wietexporteur. Cannabis verbouwen in Nederland wordt moeilijker, dus verplaatst de teelt zich naar het buitenland. ‘De straffen zijn er misschien hoger, maar de pakkans is veel, veel kleiner’, zegt David. België, Duitsland, Polen en Engeland zijn favoriete locaties om te kweken. Er zijn geregeld Nederlanders bij betrokken. ‘Nederland is de leerschool voor Europa. Wij zijn goede telers.’
Zo verkocht David zijn oogst vroeger vaak aan een tussenpersoon die naar het Verenigd Koninkrijk exporteerde. Maar tegenwoordig wordt volgens Interpol 80 procent op Engelse bodem gekweekt. Hetzelfde gebeurt in andere landen. ‘Wij krijgen signalen dat de teelt zich verplaatst naar bijvoorbeeld Noord-Frankrijk en België’, bevestigt justitie. ‘Door die harde aanpak richten criminelen zich op elkaar’, zegt David.
Blut
Voor het eerst in jaren heeft David geen plantages meer staan. Hij is blut, omdat zijn laatste plantage werd geript. De meer dan een miljoen euro die hij in een paar jaar tijd verdiende, heeft hij er doorheen gejast. Dure auto’s en gehuurde villa’s, bezoek aan sekshuizen, David nam het er nogal van. ‘Ik werd wakker met de vraag naar welke massagesalon ik nu weer zou gaan.’ Schuldig over zijn criminele activiteiten voelt hij zich niet. ‘Wat ik heb gedaan is voor niemand schadelijk geweest. Bij de coffeeshop hier om de hoek verkopen ze kilo’s per dag. En dan mag ik het niet telen? Daarom zie ik mezelf niet als crimineel.’
Comment